hier zit ik dan, half slapend dit bericht te typen. Ik ben dood en dood moe. Dat geldt ook voor Aak. Hij heeft het zo goed gedaan vandaag tijdens de training. Ik ben zo trots. Ook onze trainer was diep onder de indruk. Aki ligt nu lekker te genieten van zijn welverdiende rust.
Terugkijkend:
De trein gepakt naar Amsterdam vanmiddag. Ik was moe maar deed het toch. Aki zijn training vind ik veel te belangrijk. Aangekomen in het vondelpark was mijn beer door het dolle heen. Onze grote vriend Busa was er ook. Hij heeft even lekker hond kunnen zijn. Hij heeft gespeeld alsof zijn leven ervan afhing. Toen het tijd was voor een pauze wilde meneer nog steeds niet stoppen met spelen. Na een aantal keer waarschuwen heb ik het opgegeven. Ik wist dat hij van Busa vanzelf een correctie zou krijgen. En ja hoor, niet veel later gebeurde dat. Het klinkt altijd veel erger dan het is. Maar naar een duidelijke “GENOEG” van Jan de Akitaman was het klaar. Aki bleef op afstand en heeft zich voor de rest van de middag erg netjes gedragen.
Bij de uitgang van het park was de speeltijd voorbij. Jan vroeg me of ik Aki eerst nog even wilde aanlijnen om de switch duidelijk te maken, dat vond ik niet nodig en ben zo met opgeheven hoofd het park uit gereden. Met de poort van het park in mijn rug roep ik Aki bij me en zeg met ferme stem “SIDE”. Ik geef hiermee aan dat ik wil dat hij rechts van mij loopt en daar blijft zonder aandacht te schenken aan andere dingen. Iedere keer als ik Aki zijn hoofd om zie draaien zeg ik “NEE”. Ik was erg streng, maar dat was nodig. Aki kon zich geen fouten veroorloven. Het verkeer is iets dat hij serieus moet nemen.
Na tientallen meters zie ik de eerste oversteekplaats naderen. Het is rustig maar we moeten wachten voor een stoplicht. Wetend dat Aki dit heel moeilijk vind zet ik weer mijn strenge stem op “WAIT” is het commando dat hij nu om zijn oren geslingerd krijgt. Aki let niet op en zet nog een paar stappen. Weer ben ik streng en zeg ik nu hard genoeg . hij er niet omheen kan “AKI, WAIT”. Aki schrikt en blijft staan. Net voor de stoeprand, meneer stond weer te suffen. Als het stoplicht op groen springt zeg ik ‘let’s go’ en netjes aan mijn rechter kant steekt Aki de weg over.
Verder lopend door het drukke Amsterdam zie ik twee kleine hondjes onder een tafel zitten. Ik en Aki moeten erlangs. Ik doe heel stoer alsof ik ze niet zie en rijd ze straal voorbij. Aki, loopt nog steeds naast me en draait zijn hoofd om. Weer krijgt hij een ferme “NEE” naar zijn hoofd geslingerd. Wonder boven wonder loopt Aki gewoon mee.
Toen kwam het moeilijkste gedeelte. We komen bij een grasveldje en Aki mag vrij. Aki ziet het gras en begint al harder te lopen maar ik had nog niet gezegd dat hij van mijn rechterkant mocht wijken. Snel roep ik hem terug. Terwijl meneer netjes naast me staat te wachten op mijn volgende commando geef ik hem zijn vrij. En ja hoor, meneer gaat meteen de eendjes opzoeken. Aan het einde van het gras moest hij weer naast me lopen. Toen vergiste hij zich en liep een halve meter de straat op, er reden geen auto’s dus riep ik aki rustig terug naast me en begon opnieuw. Vanaf dat moment ging het weer hartstikke goed. Hij snapte weer dat hij nu wel netjes op de stoep moest blijven en naast me moest blijven lopen.
Zo zijn we terug gewandeld naar het vondelpark waar ik hem weer vrij heb gegeven tot we naar huis gingen.
Ik ben SUPER trots en op naar de volgende training.